Barger Compas en de bevrijding
als vervolg op ‘Barger Compas tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Delen van het verhaal komen uit het boek ‘Barger Compas 150 jaar
op dreef’, uitgegeven in 2016 ter gelegenheid van het anderhalve eeuw bestaan van het dorp.
door Gerard Steenhuis, juli 2017
Kort voor de bevrijding
In de weken voor de bevrijding zijn de mensen zenuwachtig. Iedereen voelt dat er iets gaat gebeuren. De bevrijding laat op zich wachten. De
publieke berichtgeving is eenzijdig Duits en de Duitsers geloven tot het laatst in hun overwinning. Halverwege de oorlog moest iedereen zijn
radio inleveren. Zo wilde de bezetter voorkomen dat de mensen naar Radio Oranje luisteren. Radio Oranje zendt vanuit Londen en vertelt
hoever de bevrijders zijn. Niet alle radio’s zijn ingeleverd. Verschillende bewoners hebben de radio heimelijk verstopt. Als er dan weer nieuws
is, gaat dit als een vuurtje rond. Iedereen leeft in een erge spanning.
Hendrik Kuhl: ‘Dagen achtereen vliegen in de morgen vanaf kwart over negen tot twaalf uur colonnes bommenwerpers in de richting van
Duitsland en komen na anderhalf uur terug. Ze hebben hun bommen losgelaten boven de Noordduitse steden. In het luchtruim boven Barger-
Compascuum zijn gevechten tussen de Engels-Amerikaanse bommenwerpers en Duitse vliegtuigen. Jagertjes snellen door de lucht. Vanuit
Duitsland is het afweergeschut bij Meppen te horen en, in de laatste dagen voor de bevrijding, het schieten vanuit het zuidwesten door de
Polen’.
Canadezen veroveren het Emsland, terwijl de Polen de Zuidoosthoek bevrijden. Veenarbeiders, die op het land werken, zoeken naar een
veilige plek. Ze zien vanuit hun schuilplaatsen een indrukwekkend schouwspel in de lucht. Zo zegt Gré Kocks-Heine (1922). Hendrik Kuhl
vertelt nog dat groepjes Duitse soldaten langs het Oosterdiep lopen in noordelijke richting. Ze maken zich uit de voeten. Ze lopen dan onder de
rij bomen door om te voorkomen dat ze vanuit de lucht door de Tommy’s worden waargenomen.
In Emmer-Compascuum worden de Poolse
bevrijders feestelijk binnen gehaald. Veel
jongens uit Barger-Compascuum hebben de
fiets gepakt en zijn ernaar toe gegaan
10 april 1945
Op 10 april 1945 is de bevrijding. De kans
bestaat dat in de nacht van 9 op 10 april de
Kerkbrug andermaal wordt opgeblazen. De
bewoners van de huizen bij de kerk moeten hun
huizen verlaten. Het gezin van Kuhl overnacht
bij Geert Zaan. Zaan woont in het huis van nu
Louis en Conny Veldhuis, Verlengde Oosterdiep
oz 44. Die nacht slaapt niemand, iedereen is in
de benen. Het gonst van de geruchten. De
Canadezen moeten in Hebelermeer zijn. De
jongens gaan ’s nachts rond vier uur door het
veld naar Hebelermeer. Een Canadese tank zit
vast in het veen. Veel Zwartemeerders zijn hier
en samen helpen ze de tank weer op gang.
Iedereen krijgt een sigaret of snoepgoed. Uit
alle huizen in Hebelermeer hangen witte
vlaggen.
Terug in Nederland horen de jongens dat de
Polen in Emmen zijn aangekomen. Er zijn harde knallen vanuit Emmen. Aan het Oranjekanaal wordt nog hevig gevochten en steken de
Duitsers een twaalftal boerderijen in de fik. De Polen gaan door naar Ter Apel. Ze willen naar kamp Niederlangen om de Poolse vrouwen, die
daar gevangen zitten, te bevrijden. Via de Westelijke Doorsnee gaan de Poolse tanks door naar Emmer-Compascuum, zie de beide foto’s.
Hendrik Kuhl, Gradus, Frans, Willem Zaan en Otto Groote zijn hier aanwezig. De Polen worden als overwinnaars binnengehaald.
Nederlanders springen op de tanks en rijden mee. Iedereen is uitgelaten. Of blij of huilen. Indrukwekkend is hoe de straatklinkers omhoog
vliegen als de tanks gas geven. De jongens gaan terug naar Barger-Compascuum. ‘Bij de Springerbrug zingen we nog even het Wilhelmus’
zegt Kuhl.
De leiding in het land wordt overgenomen door de Binnenlandse Strijdkrachten. Vanuit de ondergrondse bemoeit Jan de Bruin, de broer van
Aaldert de Bruin, zich met Barger-Compascuum. Hij rijdt in een Canadese auto rond en haalt de NSB sympathisanten op. Ook Berend
Suelmann uit de Berkenrode houdt zich ermee bezig. Pastoor Hassink draagt een oranje strik. Vooraanstaande mannen uit het dorp krijgen een
witte band om. Zij vormen een soort van ordedienst.
Nog een beeld van de komst van de Polen
in Emmer-Compascuum. Hier rijdt de
colonne over het Oosterdiep. Lang zullen ze
niet in het dorp blijven. Als ze te horen
krijgen dat in Kamp Oberlangen een grote
groep Poolse vrouwen gevangen gehouden
wordt, gaan ze de grens over om hun
landgenoten te bevrijden. De foto’s komen
uit een collectie die later algemeen
verspreid is in en om Emmer-Compascuum.
In meerdere familieverzamelingen kom ik
dezelfde foto’s tegen. Beide foto’s zijn van
Sjoukje Jakobs-De Groot. Zij is dochter van
de eigenaar van bloemenwinkel De Groot
van Oosterdiep wz 65
1/4
Ga naar de volgende pagina