Barger Compas tijdens de Tweede Wereldoorlog
‘over de oorlogsjaren’
Door Gerard Steenhuis, juli 2017
Ogenschijnlijk zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog geen grootse dingen gebeurd in het dorp Barger-Compascuum. De
bevolking accepteert de bezetter en past zich aan. Hongersnood is er niet. Iedereen eet uit eigen tuin en houdt in de schuur een
varken en kippen. De NSB krijgt weinig aanhang. Net buiten het grondgebied van het dorp storten twee vliegtuigen neer.
Meerdere gezinnen herbergen onderduikers en ook in de hongerwinter evacués. In de Berkenrode verstoppen zich joden.
Twee dorpsbewoners moeten zich hiervoor verantwoorden, maar keren behouden terug. Barger Compas tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
Zwartemeer of Barger-Compascuum?
Roelof Boelens van de Read Shop in Emmermeer
stuurde mij deze foto uit het verhaal ‘Dwars door
Zuid-oost Drente’ in het blad ‘Het Noorden in
Woord en Beeld’. De foto is gemaakt kort na de
oorlog. Niemand kan tot nu toe de afbeelding met
zekerheid situeren. De vraag is waar is dit? Het
blad schrijft ‘De Barrièreweg of Limietweg in
Zwartemeer’. Bé Reuvers (1928) meent dat het de
vonder bij Scholte aan de Limietweg-zuid is.
Arend Duinkerken (1924) zegt dat de foto een
opname is van de brug van Jans Heine. De vonder
bij Scholte had een houten leuning en de brug bij
Heine een ijzeren. Het moet de brug bij Heine
zijn. De brug ligt twee kilometer noordelijker en
leidt naar het centrum van Barger-Compascuum.
Links woont het gezin van Willem Menzen en in
het huisje verderop het gezin van Hendrik
Linnemann, die er een winkeltje en kapperszaak
heeft.
De persoon lijkt een grenswacht. De foto is één van de weinige beelden die we hebben ván of kort ná de ‘laatste’ oorlog.
10 mei 1940: begin van de oorlog
Vanaf augustus 1939 geldt in Nederland de algehele mobilisatie. Mannen die ooit in dienst zijn geweest moeten zich beschikbaar houden.
Vanaf dat moment wordt in Barger-Compascuum een groep soldaten gelegerd. Ze worden ondergebracht in het Gebouw- nu de Collink. Het
zijn korporaal Jansen, Hendrik Hoge, Eleveld, Klok, Ritsema, Koning, De Jong, Van Gelder, Duiven en sergeant Speelman. Hun commandant
luitenant Hummelen is ingekwartierd bij pastoor Verheuvel (1).
Hendrik Kuhl is van jaargang 1927. Hij is bij het begin van de Tweede Wereldoorlog tiener. Als de dag van gisteren kan hij zich die tijd nog
herinneren. Bewogen vertelt hij over de oorlog.
‘September 1939 kondigde generaal Winkelman over de radio de algehele mobilisatie af. In Barger-Compascuum was een groep soldaten
gelegerd. Op de plek, in de tuin van de kerk, waar nu ‘Man en Paard’ staat, groeven ze een schuilplaats en bedekten het met stro. Tegenover,
bij nu slagerij Velema, stelden ze een mitrailleur op om vijandige vliegtuigen te kunnen beschieten’.
Op de avond van 9 naar 10 mei 1940 meldt de Duitse radio nog dat Duitsland niet van plan is Nederland, België en Frankrijk binnen te vallen.
De volgende ochtend evenwel komen duizenden vliegtuigen vanuit Duitsland het Nederlandse luchtruim binnen. Zij bombarderen de grote
steden in het westen van het land.
Nederland is in oorlog! Hendrik Kuhl vervolgt:
‘De plaatselijke jeugd van Barger-Compascuum had kennis gemaakt met de soldaten. Hier was ik ook bij. Ze lieten ons veel zien. Aan en
onder de kerkbrug bevestigden de soldaten dynamiet met bedrading. Het zag er uit als zeepblokjes en ik kon bijna niet geloven dat hierdoor de
brug opgeblazen kon worden. In de morgen van de tiende mei om 6 uur tikt postbode Herman Wehkamp bij ons thuis (Verlengde Oosterdiep
wz 52, nu Autobedrijf Tonnie Drent) tegen het raam en riep dat de brug opgeblazen werd en dat we weg moesten. Er was grote paniek en de
mensen renden alle kanten op. Het was een enorme knal (2).
Kaatje, huishoudster van de pastoor, liep gillend op straat en wist niet waar ze naar toe moest. Mijn vader ontfermde zich over haar. Na deze
ontploffing snelde ‘Doevie’, de rapste van de soldaten, naar de Springersbrug om ook deze op te blazen.
Vanuit Duitsland staken bij Greve (3) tien Duitsers te paard de grens over en gingen over het ‘nieuwe zandpad’ (Verlengde Postweg) naar het
Oosterdiep. Een onbemand paard droeg radioverzendapparatuur. Ze wilden de kerkbrug oversteken maar die was opgeblazen. De Duitsers
gingen in noordelijke richting, naar de Springersbrug, maar ook die was kapot. Dan snelde de groep in zuidelijke richting om over de brug van
melkboer Lübbers (later Jan Gustin, nu de dam bij Gert Siebring) het Verlengde Oosterdiep over te steken (4). Ze verdwenen in de richting van
Klazienaveen. De Nederlandse soldaten waren toen allang verdwenen. De inwoners van het dorp, die ten westen van het Oosterdiep woonden,
moesten zich verzamelen in de schuren van Hubbeling en Smit, nu Berend Mencke (5) en de mensen aan de andere kant van het kanaal in de
Nederlands hervormde kerk.
De voorgevel van Café de Groot was bij de ontploffing van de brug onherstelbaar beschadigd. Op het kerkdak was geen enkele dakpan blijven
liggen. Van alle huizen in de buurt waren de ramen gesprongen en stukken ijzer bij Egbert Groote, Verlengde 0osterdiep wz 50, door de ramen
gevlogen’.
Nederland houdt stand bij de Grebbeberg. Hier wordt hevig gevochten, maar de Duitse overmacht is te groot. Volgens Hendrik Kuhl komt een
jongen van Hendriks, uit Barger-Compascuum, hierbij om. Op 15 mei kondigt generaal Winkelman over de radio de ‘capitulatie van
Nederland’ aan.
Vliegtuig in Zwartenberg
In 1942 of 1943 stort een vliegtuig neer in Zwartenberg, ter hoogte van de Bolwijnbrug (Viertorenbrug) en nog net in Nederland. Hendrik
Kuhl werkt in de buurt als plankjesafpakker in een persmachineploeg. Het is op dat moment hoog zomer. Een medewerker van de vervener is
‘s nachts bezig geweest de bovenste bolsterlaag te verwijderen. In de nachturen is het werk beter uit te houden. Minder warm en door de volle
maan toch goed zichtbaar. Deze nachtelijke werker ziet hoe het vliegtuig neerstort. De ploeg van Kuhl gaat ’s morgens op inspectie. Hendrik
ziet een half mensenbeen, net boven de knie afgerukt. Meerdere personen moeten hier omgekomen zijn. Stukken metaal van het vliegtuig
liggen op het land. Het gezin van Albert Menzen en Lies Zaan woont op Limietweg 30. Op het hoge in het Zwartenberger Compascuum. Een
van de piloten is die nacht bij hen aan komen lopen. Hij spreekt Engels. Menzen brengt de piloot naar meester Kuis (woonde toen Verl.O.diep
oz 123, GS). Via contacten met het verzet en ondergrondse verdwijnt de piloot.
Theun van Zanden, zoon van kommies Van Zanden heeft een iets andere versie van het verhaal. Zijn vader onderschept de soldaat en brengt de
man naar dominee Mik van de hervormde kerk. Mik woont naast de kerk en geeft de soldaat onderdak. Hij zorgt ervoor dat de soldaat in de
ondergrondse verdwijnt. De parachute ligt nog jaren bij Mik op zolder, vertelt Theun die nu in Zaltbommel woont (6).
Een andere keer komt vader na zijn diensttijd thuis. Hij heeft samen met een collega een in de grensstreek neergekomen piloot verstopt op een
kar met stro die voortgetrokken wordt door een paard. De man wordt op transport gezet naar Zwolle en de parachute verbrand in de oven van
bakker Eilering.
Bommen en vliegtuig bij de Westra’s wiekie
Op een ander moment valt op het land achter melkboer Lübbers een bom en maakt een enorme krater. De ravage is groot. Meester Kuis
schrijft in ‘Klanken van B.C.’ dat op 30 januari 1944 acht fosforrubberbommen vallen op het land achter melkboer Lübbers, op plaats 37-oost,
halfweg Zwartemeer. In de loop der jaren zijn de bommen teruggevonden en onschadelijk gemaakt. Of ligt er nog één niet ontplofte bom? (7).
Er zijn meer bommen gevallen op Barger-Compascumer grondgebied. Aan de Limietweg, en pal achter de hervormde kerk. Sinie Heller-Hake
(1930) vertelt over de bom aan de Limietweg. Een groot deel van haar leven woont ze in het ouderlijke huis van haar man Hendrik Heller. De
boerderij heeft als adres Limietweg 37 en is door het echtpaar Bernard Heller en Geertruida Ottens in 1933 gebouwd. Het verhaal gaat dat
tijdens de oorlog bommen zijn gevallen rondom de boerderij. Ook één in het Limietwegkanaal. Ramen van het huis zijn gesprongen en de
buitenmuren beschadigd. De knal in het water was zo heftig dat de familie vis vindt op de zolder van het huis.
1/9
Ga naar de volgende pagina